Het aantal minnen
achter zijn naam groeit gestaag,
dus wil hij weten
wanneer zij hem de deur wijst.
“Je bent een erg goede minnaar.”
“Ah, dat levert dus de plussen.”
Een moment van bezinning.
“En de anderen,
voor mij?”
“Er zijn er,
die helemaal
geen plussen
hebben verdiend.”