Hij blaast de kaarsen uit
die op de eettafel staan,
rood kaarsvet op het behang
als resultaat.
“Wat een domheid.
Nou ja, gewoon weer
een vette min
achter je naam.”
De man reageert snel:
“Hoeveel minnen kan ik
achter mijn naam hebben
voordat je mij er uitknikkert?”
“Jij? Veel, heel veel.”
Op zijn vragende blik:
“Je bent een erg goede minnaar.”
“Ah, dat levert dus de plussen.”
Het duurt even,
dan vraagt hij:
“En de anderen,
voor mij?”
“Er zijn er,
die helemaal
geen plussen
hebben verdiend.”