Het gesprek gaat over
dikke dan wel bolle peren
en
dunne dan wel lange peren.
Ze denkt:
‘komen die twee uit hetzelfde nest als ik?’
“Meisjes, die peren hebben een naam.”
“Ja, dat weten we wel,
maar die kunnen we niet onthouden,
dus doen we het zo.
We begrijpen elkaar, heus.”
“Moeilijk hoor,
Conference en Doyenné du Comice.”
“Hoe noem je die peren, die laatste?”
“Komiezen, voor jullie.”