Nadenker
De bioscoopmedewerkster meldtdat er zo’n dertig man in de zaal zit.“Weet je dat zeker?Heb je alleenmannennaar binnen gelaten?”“Nee, natuurlijk niet.Oh, wat erg.Ik heb daar nog nooitover nagedacht.”
De bioscoopmedewerkster meldtdat er zo’n dertig man in de zaal zit.“Weet je dat zeker?Heb je alleenmannennaar binnen gelaten?”“Nee, natuurlijk niet.Oh, wat erg.Ik heb daar nog nooitover nagedacht.”
Met haar dateop een terrasop een tijdstipwaarop niemanderaan denktbitterballen tebestellen. Ze is afgeleid.Haar date merkt dat.“O, ik zie het al.Schoenen,inderdaadmooie schoenen.”Zijn blik glijdt omhoog.“Mijn god, zelfs ik kan beterop hoge hakken lopen.”
“Ik heb een causaaltje voor je.”Zij zijn beiden dol op– nog –niet-wetenschappelijk bewezen of te bewijzenoorzaak-gevolgredeneringen,dus zegt ze:“Vertel op.”“Tatoeages en moeilijk opvoedbare kinderen.”Hij haalt ’s morgens kinderen op,brengt ze naar de dagopvangen levert ze aan het einde van de middagweer thuis af.Op een open dag constateert hij datzo ongeveer alle oudersvan het kroostwaarmee hij rondrijdt,de …
Hij vertelt dat hij al vaak een briefnaar de Volkskrant heeft gestuurd.Helaas nog nooit geplaatst.
Volledig in gedachtenloopt ze naar de uitgangvan het warenhuis.Een deur die net niettegen haar neus valt,brengt haar terugin de realiteit.
Ze volgt een training‘spreken in het openbaar.’Na een eerste voordrachtvraagt ze een deelnemer:“Als jij ‘man’ zegt,bedoel je dan mannen én vrouwen?”“Natuurlijk,” antwoordt de man.“Wil je dan ‘mensen’ gebruiken?Dat geeft mij het gevoeldat ik er ook bij hoor.”
Het eerste huis waar ze woont,is een portiekwoning.De buren lezen ook een krant.Als ze 10 jaar is, verhuist zenaar een rijtjeswoning.Bij de buren links en rechtsverdwijnt ook een krantin de brievenbus.Bij de ooms en tantesziet ze ook altijd een krant liggen.Ze denktdusdat in elk gezin een krant wordt gelezen.