De vrouw tegenover me
rommelt in haar tas.
Er komt een herenzakdoek
tevoorschijn.
Als ze weer opkijkt,
ziet ze mijn glimlach.
Het is snel duidelijk.
Zij zijn alle twee snottebellen.
Voor een snottebel is
een herenzakdoek
een lap stof die houvast biedt.
Een dameszakdoek is als tissue:
daar snottebel je dwars doorheen.