I IJsje
Een teleurgesteld gezicht
als ze bedankt voor een ijsje.
Ze gunt de man een fanta.
“Wil je iets met me drinken?”
II Bestelling
Terwijl de man
haar bestelling klaarmaakt,
biedt hij zich aan.
III Geduld
De man hengelt,
wil weten wat ze afspreken.
“Niets,
ik bel
een keer.”