“We fietsen voortaan andersom, pap.”
Hij kijkt me vragend aan.
“Ik bedoel dat ik in het vervolg
aan de buitenkant fiets
en jij aan de binnenkant.
Jij hebt nu de leeftijd
dat ik je bescherm
en jou,
als dat nodig is,
opduw.”
“Mijn taak overnemen?”
Ik zie de aarzeling
in mijn vaders gezicht.
Dan volgt zijn acceptatie:
“Nou, vooruit.”