Wind waait,
en als het hard waait,
dan stormt het.
Totdat.
Totdat herziening nodig is.
Wind kan
fluiten, gieren en gillen,
beuken en blèren,
donderen en razen.
Wind kan bovendien
ontzettend hard fluisteren,
vreselijk zeuren
en
als de beste zagen.
Ze woont in een hoekpand,
op de bovenste verdieping.
Wind uit het noordoosten, oosten,
zuidoosten, zuiden, zuidwesten,
westen en noordwesten
doet zijn uiterste best
grip te krijgen
op haar humeur.