In de huiskamer van een vriend,
ze pakt verhuisdozen in.
De tv staat aan
voor een sportevenement.
De verslaggever verkoopt onzin,
dus dat vertelt ze hem.
Een andere inpakker komt de kamer in.
“Tegen wie heb jij het?
Ik dacht dat je hier
alleen aan het werk was.”
“Dat klopt,
ik praat tegen de tv.”
Op haar verbaasde blik:
“Doen jullie dat niet
in jouw familie,
tegen de tv kletsen?
Wij wel, allemaal.
Het is zelfs een vereiste
voor de aanhang:
bij voorkeur meekletsen,
minimaal begrip tonen.
Verslaggevers,
en vooral sportverslaggevers
die níet weten
waar ze het over hebben:
afkappen die ellendelingen.”