’s Morgens uit de trein springen
in de armen van een vriendelijke meneer.
’s Avonds laat pas bedenken
dat de pijn en de krampen
die in de loop van de dag
in haar voet ontstaan en
waardoor ze hinkelt, schuifelt en strompelt
met die sprong te maken hebben.
Ze is weer lekker vlot van begrip.
II
“Ik ben gisteren uit de trein gesprongen,”
vertelt ze aan de man.
Ze ziet dat hij schrikt,
dus voegt ze snel toe:
“Er was geen perron, vandaar.”