“Wat is jouw toilet vies.”
Haar buurjongen kijkt eerst naar haar,
dan naar zijn moeder
en dan weer naar het toilet.
Zij kijkt naar haar buurjongen,
dan naar zijn moeder
en dan naar haar toilet.
Tegelijk
met haar buurvrouw
zakt zij
door de knieën,
hun ooghoogte nu
op de ooghoogte van
zoon en buurjongen.
Ze schieten samen in de lach.
Op deze hoogte zien zij direct
de verklaring voor zijn opmerking:
zo’n 100 jaar kalkaanslag.