Haar vader, bijna negentig,
is vergeten hoe hij
een stropdas moet knopen.
Als er een afspraak in de agenda staat,
vraagt haar moeder
of zíj weet hoe je een stropdas
moet knopen.
“Nee, moedertje, waarom zou ik mij
de kunst van het stroppen strikken
hebben eigen gemaakt?
Geef me maar een stropdas mee.
Dan vraag ik het aan een collega.”
Ze krijgt een blauw-roze gestreepte stropdas mee.
“Jouw vader is ver in de tachtig
en hij durft
zulke stropdassen
te dragen!”
“Dit is er maar één.”