Ze komt ’s avonds
redelijk laat aan op Schiphol.
Als ze op haar bagage wacht,
belt ze haar ouders.
“Ik ben weer in het land.
Voordat ik thuis ben,
is het te laat om jullie
nog te bellen.”
‘s Morgens vroeg gaat de telefoon.
“Met je moeder.
Je vader heeft
niet
kunnen slapen
omdat hij
niet wist
of je
veilig thuis
was gekomen.”