Het huis is bijna leeg.
Als ze probeert de jaloezieën
te demonteren,
loopt ze een flinke jaap op.
Ze belt aan bij de overbuurman.
“Ik ben niet voorzichtig genoeg geweest.
Hebt u een pleister voor me?”
De buurman pakt zijn telefoon
uit het borstzakje van zijn overhemd.
Ze denkt direct:
‘Ik vraag om een pleister
en u pakt uw telefoon.
Huh?’
Ze checkt later
bij een paar bekenden
haar reactie.
Op dit punt van haar verhaal
onderbreken zij haar,
gelukkig,
allemaal:
“Jij vraagt om een pleister
en die man pakt zijn telefoon.
Jij denkt natuurlijk:
‘Waar slaat dat op?’”
De buurman zegt:
“Ik klus veel
en ben regelmatig onvoorzichtig.
Ik heb altijd pleisters bij me.”
In het beschermhoesje van zijn telefoon:
pleisters.