Ze treft twee zussen in de hal
van de verzorgingsflat
waar haar moeder woont.
“We hebben keukenrol gekocht
voor mama,
die was op.”
“Echt niet,
ik doe de boodschappen,
alles is uit voorraad leverbaar,
ook keukenrollen.”
“We konden niks vinden.”
“Hoe klein moet mama wonen
voordat jullie überhaupt
iets kunnen vinden?”