Het ontbreekt haar
niet
aan zelfkennis:
haar woordkeuze
kán
afwijken
van dat
wat tot de standaardtaal
wordt gerekend.
Vanuit het niets
valt er een kwartje.
Ze besluit
niet meer te vloeken
en geen
lelijke woorden
meer te gebruiken.
Het maakt het leven
luchtiger,
positiever,
vrolijker.
Ze is en blijft een Hagenees.
Teringherrie en tyfuszooi –
of omgekeerd:
daar moet ruimte voor zijn.