“Ik heb een causaaltje voor je.”
Zij zijn beiden dol op
– nog –
niet-wetenschappelijk bewezen of te bewijzen
oorzaak-gevolgredeneringen,
dus zegt ze:
“Vertel op.”
“Tatoeages en moeilijk opvoedbare kinderen.”
Hij haalt ’s morgens kinderen op,
brengt ze naar de dagopvang
en levert ze aan het einde van de middag
weer thuis af.
Op een open dag constateert hij dat
zo ongeveer alle ouders
van het kroost
waarmee hij rondrijdt,
de schoonheid van hun lichaam
hebben geofferd voor
tatoeages.
“Dus, doen we dit af als toeval?”
“Natuurlijk niet.”
“Causaaltje?”
“Causaaltje.”