Op een familiefeest
ontmoet ze
een aantal neven
die ze in geen jaren
heeft gezien.
Het zijn nu veertigers en vijftigers
die nog steeds
strak in het vel zitten.
Ze complimenteert hen met hun lijven.
Eén van de neven reageert met:
“Weet je wel
wat je daarvoor
allemaal moet doen?”
Ze wijst naar haar eigen lijf
en voegt eraan toe:
“En je moet er ook een heleboel voor laten.”